Sociaal Domein

Iedere inwoner moet kunnen meedoen en zich gesteund voelen als dat nodig is. Rosmalens Belang kiest voor een sociaal domein dat dichtbij, toegankelijk en menselijk is.

We geloven sterk in preventie: problemen voorkomen is beter dan genezen. Dat begint met een stevige sociale basis, waarin gezinnen, scholen, verenigingen en buurten elkaar kennen en versterken. Door tijdig ondersteuning te bieden, zorgen we dat kleine zorgen niet uitgroeien tot grote problemen.

Voor kinderen en jongeren betekent dit investeren in een veilige en kansrijke omgeving. Jongerenwerkers, sportclubs en cultuurverenigingen spelen hierin een belangrijke rol: zij bieden perspectief, dagen uit en zijn een aanspreekpunt voor wie steun nodig heeft. We zetten in op samenwerking tussen onderwijs, zorg, sport en welzijn, zodat niemand tussen wal en schip valt.

Tegelijkertijd erkennen we dat preventie en basisvoorzieningen niet altijd voldoende zijn. Wanneer specialistische zorg nodig is – of dat nu voor kinderen, jongeren, volwassenen of ouderen geldt – moet die beschikbaar zijn: kortdurend, integraal en zoveel mogelijk afgestemd op de leefwereld van de inwoner. Zo zorgen we voor snelle en passende hulp, zonder onnodige doorverwijzingen of lange wachttijden.

Ook volwassenen en ouderen moeten kunnen rekenen op passende ondersteuning. Zorg en begeleiding organiseren we kleinschalig en op maat, zodat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en meedoen in de samenleving. Inwoners met een afstand tot de arbeidsmarkt krijgen kansen op passend werk of dagbesteding, want meedoen geeft eigenwaarde. Mantelzorgers, vrijwilligers en verenigingen zijn onmisbare partners en verdienen steun vanuit de gemeente.

Inclusiviteit 

• Gelijke kansen voor ieder kind. Elk kind moet mee kunnen doen. Punt. Of je ouders nou veel of weinig te besteden hebben: sport, cultuur en schoolactiviteiten moeten voor iedereen toegankelijk zijn. Meedoen geeft zelfvertrouwen en kansen. 
• Voorzieningen waar iedereen uit de voeten kan. We willen dorpen en wijken waar je je vrij kunt bewegen. Scholen, speelplekken, sportvelden en buurthuizen worden zo ingericht dat iedereen mee kan doen — met en zonder beperking. 

Jeugd en preventie

  

• Meedoen moet vanzelfsprekend zijn. De Lokale Inclusie Agenda gebruiken we om drempels echt weg te halen. Niet praten over mensen, maar mét mensen. Wat we doen, moet passen bij hun dagelijkse werkelijkheid. 
• Preventie als uitgangspunt. Wij kiezen voor vroeg signaleren en snel helpen. Dat houdt gezinnen sterk en voorkomt dat problemen groter worden. Zo blijft zwaardere zorg beschikbaar voor wie het écht nodig heeft. 
• Normaliseren en een brede blik. Niet alles is zorg. We kijken breed: wat kan een school, sportclub of netwerk betekenen? Het gewone leven staat voorop. We bieden steun waar nodig, maar houden het simpel als het kan. 
• Jongerenwerk dat dichtbij is. Jongerenwerkers zien en kennen onze jongeren. Ze zijn zichtbaar in de dorpen en wijken, bieden activiteiten en zijn een vertrouwenspunt. Zo voorkom je problemen voordat ze ontstaan. 
• Mentale gezondheid serieus nemen. De druk op jongeren is groot. We versterken hun veerkracht met programma’s die zelfvertrouwen en mentale gezondheid ondersteunen — op school én in de vrije tijd. 
• Eén gezin – één plan – één aanspreekpunt. Onderwijs, zorg, sport en welzijn werken samen. Geen rondes langs loketten, maar duidelijkheid voor het gezin. Dat is menselijker en werkt beter. 
• Betere afstemming. Onderwijs, zorg en welzijn werken beter samen met één loket en duidelijke afspraken, zodat inwoners niet verdwalen in bureaucratie. 
• Duurzame samenwerking tussen organisaties. We willen samenwerking die niet stopt na een project of subsidie. Organisaties moeten elkaar kennen en samen verantwoordelijkheid nemen. Zo krijg je continuïteit en echte oplossingen. 
• Passende specialistische hulp wanneer dat nodig is. Als specialistische zorg nodig is, moet die snel en dichtbij beschikbaar zijn. Kortdurend waar het kan, intensiever waar het moet — afgestemd op het gezin, niet op het systeem. 
• Ruimte voor jongeren zelf. Jongeren zitten vol ideeën. Die krijgen bij ons ruimte. Hun energie maakt onze dorpen levendig, veilig en verbonden. 

WMO

• Ondersteuning die menselijk blijft. De Wmo moet dichtbij, begrijpelijk en persoonlijk zijn, zodat inwoners zich gehoord en geholpen voelen.
• Dichtbij en toegankelijk. Kleinschalige en buurtgerichte voorzieningen zorgen dat inwoners snel en zonder drempels ondersteuning krijgen.
• Maatwerk boven standaard. Ondersteuning sluiten we aan op iemands dagelijks leven — niet andersom.
• Eén aanspreekpunt. Minder loketten en minder gedoe door heldere regie en één gezicht voor de inwoner.
• Ruimte voor mantelzorgers. Respijtzorg en praktische ondersteuning geven mantelzorgers lucht om het vol te houden.
• Zelfstandig zolang het kan. Met woningaanpassingen, begeleiding en een sterke sociale basis helpen we ouderen langer zelfstandig wonen.

Participatiewet 

• Meedoen op een manier die past. Iedereen moet kunnen bijdragen op een manier die aansluit bij talent, tempo en persoonlijke omstandigheden.
• Kansen boven regels. Begeleiding naar werk is persoonlijk, realistisch en gericht op wat iemand wél kan.
• Meedoen op jouw manier. Voor inwoners die (nog) niet kunnen werken bieden we zinvolle participatie en daginvulling die bij hen past.
• Samen met werkgevers. Gemeente en werkgevers creëren duurzame banen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
• Eenvoud en vertrouwen. Minder papierwerk, minder controle, meer ruimte om te doen wat werkt.

Armoedebeleid 



• Armoede los je niet alleen op met regelingen, maar met mensen. Daarom begint onze aanpak in het informele netwerk: familie, buren, vrijwilligers, scholen, sportclubs en verenigingen. Het informele netwerk als eerste krachtbron. Deze netwerken zien vaak het eerst dat het mis dreigt te gaan en bieden steun die natuurlijk, laagdrempelig en effectief is. 
• Maatwerk in plaats van generieke verruiming. Geen automatische verhoging van regelingen (zoals 120% → 130%). We kijken per huishouden wat echt nodig is — samen met het informele netwerk. 
• Vroegsignalering via de sociale basis. Partners in onderwijs, sport, welzijn en verenigingsleven signaleren vroeg zodat we snel kunnen helpen. 
• Kinderen staan voorop. We zorgen dat ieder kind kan meedoen aan sport, cultuur en schoolactiviteiten via individuele en doelgerichte ondersteuning. 
• Minder loketten, meer overzicht. Eén aanspreekpunt per huishouden en samenwerking tussen schulddienstverlening, welzijn en verenigingen zorgt voor een begrijpelijke, menselijke aanpak. 
• Stapeling voorkomen. We kijken breed naar alle problemen rond een gezin. Eén plan, duidelijke afspraken, minder administratieve druk.